Biografie
Eduard Sanders, Fotograaf, 1886-1942
Eduard Sanders was een telg uit een familie van fotografen. Deze Joodse familie was van oorsprong afkomstig uit de provincie Groningen; nazaten vestigden zich als fotograaf in de stad Groningen en verschillende andere plaatsen in Nederland zoals Meppel, Coevorden, Amsterdam en, in het geval van Eduard, in Utrecht.
Hier waren zij sinds het midden van de 19e eeuw werkzaam als portretfotograaf, of zij reisden rond in de omtrek om boeren, middenstanders, ambachtslieden, gewone burgers en hun winkels, woningen, beroepen en bezigheden te vereeuwigen. De familie Sanders heeft een belangrijke bijdrage geleverd aan het vastleggen van personen, stads- en dorpsgezichten en van taferelen uit het dagelijks leven in het vooroorlogse Nederland.
Handtekening van Eduard Sanders op de overlijdensakte van zijn echtgenote Leentje (1937).
1886 - Geboren in Groningen
Eduard werd geboren op 27 juli 1886 als oudste zoon van Levi Comprecht Sanders (1852-1929) en Mietje Weinberg (1855-1901). Hij had een oudere zus Eva (1884-1942), een jongere zuster Sophia (1888-1889) en een jongere broer Comprecht (1890-1943).
Eduard volgde in het schooljaar 1902-1903 de opleiding tot 'Photograaf' aan de Kunstnijverheidsacademie 'Minerva' in Groningen.
Sinds 1905 is het in Nederland verplicht om prentbriefkaarten met een gedeelde achterzijde te gebruiken. Van Eduard Sanders zijn geen ongedeelde kaarten bekend, zodat wij mogen aannemen dat hij in of na 1905 is begonnen met het afdrukken en uitgeven van zijn prentbriefkaarten. Aanvankelijk had hij zijn atelier aan de Warmoesstraat 3, en later Warmoesstraat 13 in Groningen. Dit laatste adres staat afgedrukt op de achterzijde van de meeste foto's en prentbriefkaarten van zijn hand. In dezelfde buurt, de Groningse wijk Oosterpoort, werkten meerdere fotografen, ook uit de families Haalman en Hiemstra. Ook uit andere takken van de familie Sanders waren verschillende familieleden in de stad werkzaam.
Eduard Sanders was vóór, en gedurende de eerste jaren van zijn huwelijk werkzaam als rondreizend fotograaf. Uit de periode 1905-1916 dateren de meeste van zijn foto's van stad- en dorpsgezichten met daarop vooral poserende middenstanders en landbouwers, hun gezinnen, hun winkels, woningen, bedrijfspanden en boerderijen.
Vanuit Groningen fotografeerde hij vooral in de binnenstad en trok hij door de drie noordelijke provincies. Waarschijnlijk per trein, want de meeste van de door hem vastgelegde plaatsen hadden een spoorwegstation. Een aantal plaatsen zonder spoorwegverbinding werd met de tram of per schuit bezocht.
Tussen 1905 en 1912 werden de meeste foto's gemaakt in de binnensteden van Groningen en Leeuwarden, maar ook kleinere provinciesteden en dorpen in het noorden werden bezocht. Uit deze periode zijn ook foto's uit de provincies Utrecht, Overijssel en Gelderland bekend, en een klein aantal portretfoto's.
Hoe Sanders precies te werk ging is onbekend, maar het is aannemelijk dat hij op goed geluk eropuit trok om mensen te vinden die geïnteresseerd waren in een foto van hun woning, winkel of bedrijf. Niet zelden poseerde de bewoner of eigenaar samen met zijn personeel. Vaak lijken de personen die hij fotografeerde overvallen in de uitoefening van hun werkzaamheden en dragen ze hun werkkleding. In een enkel geval staat door een afzender achterop een fotokaart geschreven: 'genomen zonder dat iemand het wist'. Een dienstmeisje uit Leeuwarden schreef naar haar zus: "Lieve zuster, Hierbij stuur ik je deze ansicht. Daar staat ons huis en ik sta er voor. Dat is op een vrijdagmorgen gebeurd, toen waren wij aan het straatschrobben en toen kwam die man voorbij en zette ons op een ansicht. Daar bij dat kruisje is ons huis. En ik sta bij een ander kruisje. Zoek maar goed want ik heb klompen aan".
De fotoplaat bleef voor nabestellingen bewaard; er zijn foto's bekend die zijn gemaakt rond 1908, maar later afgedrukt op kaarttypes met een achterzijde die pas na 1912 werd gebruikt.
Van verschillende foto's zijn zowel grotere uitvoeringen op karton als kleinere op briefkaartformaat bekend. Waarschijnlijk verkocht Sanders pakketjes met één grotere foto op karton voor aan de wand of achter glas, en daarnaast een tiental afdrukken als fotokaart om in een album te plakken of om te versturen aan familie en bekenden.
Af en toe werden van een tafereel met meerdere personen verschillende afdrukken gemaakt; een totaalbeeld, en een linker- en rechterdeel van hetzelfde negatief.
1912 - Verhuizing naar Utrecht
Dat Eduard Sanders zich vanuit Groningen vestigde in Utrecht had waarschijnlijk te maken met de centrale ligging in het land, en het feit dat in de noordelijke provincies ook andere familieleden en verwanten (uit onder andere de families Sanders, Haalman en Bollegraf) als fotograaf werkzaam waren. Mogelijk bestond binnen de familie de afspraak dat men elkaar niet wilde beconcurreren, en moet de vestiging van Eduards broer Comprecht in Amsterdam ook in dit licht bezien worden.
Opmerkelijk is dat op vrijwel alle door Sanders uitgegeven fotokaarten en kabinetfoto's het adres Warmoesstraat 13 Groningen werd afgedrukt, ook op die welke na zijn verhuizing in 1912 naar Utrecht werden uitgegeven. In ieder geval tot 1920 stond Eduard in Groningen als fotograaf geregistreerd, terwijl hij toen al jaren in Utrecht woonde. Er zijn slechts enkele foto's bekend met een stempel van het adres Vosmaerstraat 22 Utrecht op de achterzijde. De zaak in Groningen werd na de verhuizing vermoedelijk nog enige tijd voortgezet door zijn vader. Tot 1923 woonden zijn zus Eva en zwager Philip Haalman nog aan de Warmoesstraat 13 in Groningen. Daarna verhuisden zij naar de Oosterweg 98a.
Eduards jongere broer Comprecht verhuisde per 29 juli 1918 van de Vosmaerstraat naar de Swammerdamstraat 68 in Amsterdam waar hij zich vestigde als fotograaf. Comprecht trouwde op 18 september 1918 in Zaandam met Jaane de Jong.
1922 - Start uitgeverij "Rembrandt" en verhuizing naar de Damstraat
Het bestaan als rondreizend fotograaf was slecht te combineren met het leven van een jong gezin. Bovendien werd het bezit van een fototoestel steeds meer gemeengoed. Door technische ontwikkelingen (uitvinding van de rolfilm, de kleinbeeldcamera en het afdrukken op briefkaartformaat in plaats van op karton geplakte kabinetfoto's of cartes de visite) werd het voor steeds meer mensen mogelijk om zelf foto's te maken en af te (laten) drukken. Eduard besloot na enkele jaren om het over een andere boeg te gooien en zich te richten op de uitgeverij van en handel in gedrukte prentbriefkaarten, vanaf ca. 1916 onder zijn eigen naam en later onder de naam ESU (Eduard Sanders Utrecht). Daarom werd in 1921 een winkel gekocht aan de Damstraat 18, een winkelstraat in de Utrechtse wijk Lombok. Het gezin betrok de woning boven de winkel per 9 maart 1921. Voor het nieuwe onderkomen werden vanaf 13 augustus 1921 enkele keren werksters en dagmeisjes gevraagd. Ook de handel in fotomaterialen en -apparatuur (fotopapier en klapcamera's) werd aan de Damstraat 18 voortgezet.
In 1922 werd besloten tot een verbouwing van de laat-19e-eeuwse winkelpui van het pand, waarvoor een zonnescherm van 5 á 5,5 m. breed werd gezocht, en een kozijn met ramen en 2 deuren te koop werd aangeboden. Een keuken op de begane grond werd verbouwd tot werkplaats/atelier. Dit alles als voorbereiding op een nieuw op te richten bedrijf: de NV Rembrandt Uitgeverij. Eduard Sanders begon deze firma samen met zijn zwager Jac Bollegraf uit Amsterdam. Op 7 december 1922 werd in het Utrechtsch Nieuwsblad voor de Uitgeverij al een dagmeisje gevraagd, en op 15 december verscheen een advertentie wegens 'Opening der Zaak' in o.a. feestartikelen en prentbriefkaarten. De opening vond plaats op zaterdag 16 december 1922 om half 5 (na het einde van de Sjabbat.)
De Rembrandt Uitgeverij richtte zich vooral op het uitgeven van en de handel in prentbriefkaarten, die door verschillende fotografen gemaakt werden. Blijkbaar handelde men ook in papierwaren, want op 20 augustus 1923 werd door de fa. Rembrandt geadverteerd met diverse feestartikelen ter gelegenheid van het 25-jarig regeringsjubileum van koningin Wilhelmina.
Op 15 april 1924 werd een advertentie geplaatst voor 'pakhuisruimte' in de omgeving van de Damstraat. Op een prentbriefkaart van de Damstraat uit deze jaren (van uitgeverij Rembrandt NV) is de winkel te zien, met tentoongestelde foto's hangend in de etalage.
Ook privé ging het blijkbaar voor de wind, want per 5 maart 1923 werd de eerste van uiteindelijk in totaal 13 inwonende dienstbodes ingeschreven op de gezinskaart van de familie Sanders.
Op 16 september 1925 werd aan de Damstraat een derde dochter, Evaline, geboren.
1925 - Verhuizing naar de Westerstraat
De uitgeverij was lucratief genoeg om de winkelactiviteiten te kunnen beëindigen, en op 10 januari 1925 werd de toonbank te koop aangeboden. Sinds 1925 werden de zakelijke activiteiten verplaatst naar een representatief pand aan de Westerstraat 15 in Utrecht, een zijstraat van de Catharijnesingel in de Stationswijk. Voorheen hield de oogarts Dr. G. ten Doeschate hier praktijk en een deel van het pand werd als woonruimte verhuurd. Er verschenen vanaf augustus 1925 in het Utrechtsch Nieuwsblad regelmatig advertenties voor loopjongens, werksters en dagmeisjes voor de NV Uitgeversmij. Rembrandt. Per 12 februari 1926 werd door het gezin Sanders een bovenwoning betrokken aan de Bosboom Toussaintstraat 9bis. Hier woonden zij tot 1929.
Tussen januari 1927 en september 1928 werd op dit adres vier keer voor een 'net dagmeisje' geadverteerd. Nadat het pand aan de Damstraat werd verlaten opende op 25 februari 1926 Albert Heijn hier een kruidenierswinkel. Per 7 mei 1929 verhuisde het gezin van Eduard Sanders ook naar de Westerstraat 15. Woonhuis en uitgeverij waren sindsdien weer op één adres gevestigd. Het mooie pand werd, net als de rest van de stationsbuurt, afgebroken in 1975.
Op 26 januari 1931 vond nabij het station in Groningen een ernstig spoorwegongeluk plaats dat aan drie mensen het leven kostte. Een passagierstrein uit Winschoten botste omstreeks 19.00 uur door een verkeerde wisselstand op een goederentrein. Onder de dodelijke slachtoffers was ook Leentje's broer Jacob Bollegraf, zwager van Eduard en mede-directeur van de NV. Uitg. Mij. Rembrandt. De Rembrandt Uitgeverij werd door Eduard voortgezet. Hij was vanaf mei 1931 de enige directeur, met zijn zwager Wolf Bollegraf als procuratiehouder en zijn echtgenote Leentje als aandeelhoudster.
Meer rampspoed trof de familie in 1937. Op 8 oktober 1937 overleed Leentje Sanders-Bollegraf in Utrecht op 50 jarige leeftijd.
Zij werd begraven op de Israelietische begraafplaats aan het Zandpad in Utrecht, rij 22 nr. 20 (alleen op aanvraag toegankelijk.)
Uit de diverse rouwadvertenties in o.a. het Nieuw Israelietisch Weekblad blijkt de grote verslagenheid en betrokkenheid van de families Sanders en Bollegraf bij beide sterfgevallen.
De oorlogsjaren
Eduards oudste dochter Miep (Mietje) trouwde op 5 april 1940 met de handelsreiziger Jacob (Jaap) Benedictus (1913-1944) uit Amsterdam. Na hun huwelijk gingen zij in Den Haag wonen, aan de Stuyvesantstraat 143. Op 19 augustus 1941 werd hier een dochtertje, Lea Evalien, geboren.
De tweede dochter Alida, verloofde zich op 24 december 1939 met Jo (Jozeph) Kroon (1917-1942), een boekhouder uit Groningen. Ze verhuisde per 24 maart 1941 naar de Blekerstraat 7a in Groningen. Misschien hield dit verband met de komst van haar stiefmoeder Lien Kats, of mogelijk wilde ze dichter bij haar verloofde kunnen zijn (die daar woonde aan de Folkingestraat 39a). Haar verblijf in Groningen was van korte duur want per 23 september 1941 werd ze uitgeschreven naar Amsterdam. Daar werd ze echter niet ingeschreven, zodat we ervanuit gaan dat ze weer haar intrek nam aan de Westerstraat 15 in Utrecht. Dit adres werd ook vermeld toen ze per 26 mei 1942 in ondertrouw ging met Jozeph Kroon.
Sinds de Duitse bezetting werd het voor Joodse mensen steeds moeilijker, zo niet onmogelijk, gemaakt om deel te nemen aan het openbare leven en zakelijke activiteiten uit te voeren. Zonder noemenswaardige tegenwerking van ambtenaren vond begin 1941 aan de hand van het bevolkingsregister een nauwkeurige registratie plaats van het Joodse volksdeel. Daarna volgde beperking van de bewegingsvrijheid en isolering van Joden. Zij konden geen girorekeningen meer gebruiken en werden afgesloten van de telefoon. Joodse bedrijven werden onder curatele gesteld, Joden moesten hun radio's inleveren en zij mochten zich niet meer vertonen in openbare zwembaden, parken, dierentuinen en horecagelegenheden. In het voorjaar van 1942 verschenen bordjes met 'Verboden voor joden' in de stad: bij restaurants en bioscopen, in parken en aan de singels. Vanaf januari 1942 moesten alle persoonsbewijzen van Joden worden voorzien van een J.
Per 3 mei 1942 mei werd het dragen van een gele davidster verplicht gesteld.
In juli 1942 werd in Utrecht begonnen met de deportatie van Joden. Zij kregen een oproep thuisgestuurd om zich te melden, of politieagenten haalden de mensen thuis op en brachten ze naar het Maliebaanstation. Naar schatting 1300 Utrechtse Joden werden in twee, mogelijk drie treintransporten naar Westerbork en Vught gedeporteerd vanaf het Maliebaanstation.
Het gezin van Eduard Sanders werd op 19 augustus 1942 naar Westerbork gebracht. Alida Sanders trouwde in het kamp op 22 augustus met haar verloofde Jo Kroon, die bij een razzia in Groningen was opgepakt. De familie Sanders c.s. werd op 24 augustus 1942 gedeporteerd naar het vernietigingskamp Auschwitz in Polen, waar zij waarschijnlijk direct na aankomst, doch uiterlijk op 30 september 1942 om het leven werden gebracht.
Herdenking
Het Digitaal Monument van de Joodse Gemeenschap in Nederland geeft een inboedellijst van het huis van Eduard Sanders, opgesteld op 26 augustus 1942. Deze geeft een indringend beeld van de woonomstandigheden van het huisgezin dat in allerijl haar woning moest verlaten.
Van Eduard Sanders' naaste familie overleefden slechts een neef, twee achternichten en twee achterneven de verschrikkingen van de holocaust.
Op 29 oktober 2015 werd aan de Van Oldenbarneveltlaan bij het Maliebaanstation in Utrecht (tegenwoordig het Spoorwegmuseum) een monument onthuld ter nagedachtenis aan de circa 1230 vermoorde landgenoten (merendeels Utrechters) die via dit station werden weggevoerd. Het bestaat uit een bronzen sjofar (ramshoorn) en een gedenkmuur van natuursteen, met daarin al hun namen gebeiteld, waaronder die van Eduard Sanders, zijn dochters Alida en Evaline en van Evalina Grietje Sanders-Kats. Het is een indrukwekkend gedenkteken voor deze Joodse slachtoffers van de Tweede Wereldoorlog.
Stolpersteine
27 juli 1886 |
Geboren in Groningen |
1902 - 1903 |
Opleiding tot Photograaf aan kunstnijverheidsacademie Minerva te Groningen |
16 juni 1912 |
Huwelijk met Leentje Bollegraf (Groningen) |
18 juli 1912 |
Verhuizing naar Vosmaerstraat 22, Utrecht |
4 januari 1913 |
Eduard Sanders’ broer Comprecht trekt bij hen in |
10 september 1913 |
Geboorte dochter Mietje (Miep, Meta) Sanders te Utrecht |
16 augustus 1916 |
Geboorte levenloos dochtertje te Utrecht |
11 oktober 1919 |
Geboorte dochter Alida (Lida) Sanders te Utrecht |
9 maart 1921 |
Verhuizing naar Damstraat 18, Utrecht |
15 december 1922 |
Opening Rembrandt Uitgeverij NV |
1 augustus 1925 |
Verhuizing uitgeverij naar Westerstraat 15, Utrecht |
16 september 1925 |
Geboorte dochter Evaline Sanders te Utrecht |
12 februari 1926 |
Verhuizing gezin naar Bosboom Toussaintstraat 9bis, Utrecht |
7 mei 1929 |
Verhuizing gezin naar Westerstraat 15, Utrecht |
26 januari 1931 |
Overlijden zwager Jac. Bollegraf, compagnon en mede-directeur Rembrandt NV |
8 oktober 1937 |
Overlijden echtgenote Leentje Sanders-Bollegraf te Utrecht |
5 april 1940 |
Huwelijk dochter Miep Sanders met Jaap Benedictus te Utrecht |
18 december 1940 |
Huwelijk met Evalina Grietje Kats te Utrecht |
20 augustus 1942 |
Deportatie naar kamp Westerbork via het Maliebaanstation |
22 augustus 1942 |
Huwelijk Alida Sanders met Jo Kroon te Westerbork gem. Beilen |
24 augustus 1942 |
Deportatie vanuit kamp Westerbork naar Auschwitz |
Het gezin van Eduard Sanders werd vermoord in Auschwitz tussen 24 augustus en 30 september 1942.
Miep Benedictus-Sanders om het leven gebracht in Auschwitz op 3 september 1943 met haar dochtertje Lea Evalien
(geb. 19 augustus 1941).
Jaap Benedictus werd vermoord in Auschwitz op 31 maart 1944.